Voor de klas als lesauteur

Schrijven aan een methode en daar vervolgens ook mee lesgeven, hoe is dat? Loes de Smet is een van de lesauteurs van de methode Wetenswaardig. Dit combineert ze met haar baan als leraar van groep 4.

Voor de klas als lesauteur

Welke voordelen brengt het met zich mee om theorie en praktijk te combineren? En hoe is het om les te geven met een methode waaraan je zo hard hebt gewerkt?

Loes raakte al vroeg bij Wetenswaardig betrokken. ‘Ik luisterde naar een podcast waarin Erik Meester vertelde over zijn visie op onderwijs en over de methode Wetenswaardig, die in ontwikkeling was. Ik werd direct heel enthousiast van wat hij vertelde. Als leraar was ik al jaren niet te spreken over de kwaliteit van de wereldoriëntatiemethodes in het basisonderwijs. Korte, gefragmenteerde tekstjes, simpele invuloefeningen en een laag niveau. Toen ik Erik over Wetenswaardig hoorde praten, dacht ik: ja, zo moet het. Ik kwam de vacature voor lesauteur tegen en daar heb ik op gesolliciteerd. Voor ik het wist, maakte ik deel uit van het project.’

Als lesauteur is Loes betrokken bij de opzet van het thema waaraan ze gaat schrijven. Eerst wordt er aan de hand van de kerndoelen een themastructuur gemaakt. Daarbij wordt de rode draad van het thema bepaald en worden de onderwerpen voor lessen gekozen. Loes schrijft de teksten bij de lessen en ontwerpt de lessen en opdrachten. ‘Ik doe ook veel revisie van lessen die door andere lesauteurs geschreven zijn. We hebben gemerkt dat een extra paar ogen heel goed werkt. Als lesauteur zit je soms zo in een les, dat het lastig is om het overzicht te behouden. Dan kijk ik als tweede lezer met een frisse blik naar de les, en met wat meer afstand. Worden verbanden duidelijk uitgelegd? Volgt de les de rode draad? En passen de opdrachten goed bij het lesdoel? Met iets meer afstand kun je dat goed inschatten.’

Welk onderwerp er aan te pas komt? Dat maakt Loes niet uit. ‘Ik ben altijd heel breed geïnteresseerd geweest, dus ik kan van elk thema, als ik er eenmaal in duik, enthousiast worden. Ik lees bijvoorbeeld boeken en artikelen over het thema, luister podcasts en kijk documentaires. Uiteindelijk ga ik er helemaal in op. Dan krijgt mijn vriend ineens een stortvloed aan feitjes over zich heen over de Watersnoodramp of de migratieroutes van de paling. Juist door de verscheidenheid aan onderwerpen is het werk zo leuk.’

Voor de klas

Dat Loes zelf ook voor de klas staat, komt goed van pas. Zo kan ze dingen uitproberen voordat ze in een thema terechtkomen. Momenteel schrijft Loes een thema voor groep 4 en geeft ze ook les aan groep 4. ‘Dat is handig, want daardoor kan ik goed inschatten wat werkt voor die leeftijdsgroep. Soms merk ik dat een onderwerp voor een les te abstract is of dat leerlingen bepaalde voorkennis missen. En soms merk ik dat het juist iets moeilijker kan. Dit bespreken we vervolgens met het team van lesauteurs.’ 

Een ander voordeel is dat je soms op papier kunt bedenken hoe een les eruit moet zien, maar dat het in de praktijk toch niet goed werkt. ‘Ik denk dat mijn ervaring in het onderwijs goed helpt om te bedenken of iets ook uitvoerbaar is. En hoe je leerlingen tijdens een les vastgrijpt en geïnteresseerd houdt. Omdat ik zelf als leraar werk, weet ik hoe druk en veeleisend het werk kan zijn. Aan het einde van de dag heb je geen energie om nog naar allerlei winkels te fietsen om materiaal voor je volgende les te verzamelen. De lessen moeten dus praktisch haalbaar zijn, en daar maak ik me als leraar graag hard voor.

‘Ik denk dat mijn ervaring in het onderwijs goed helpt om te bedenken of iets in de praktijk ook uitvoerbaar is.’

Ik vind het fantastisch om in de praktijk les te geven met de methode waaraan ik zelf heb meegeschreven. Het lesgeven met Wetenswaardig is op zichzelf al een feestje, maar dat ik er zelf aan heb bijgedragen, maakt het extra speciaal. Lesgeven met Wetenswaardig heeft me ook verrast. Ik had van tevoren wel verwacht dat de lessen zeer geschikt zouden zijn voor leerlingen die extra uitdaging zoeken, en dat is ook zo. Maar ik heb ook andere leerlingen zien opbloeien tijdens de lessen. In iedere klas zitten wel een paar kinderen voor wie alles op school moeilijk is: technisch lezen, rekenen en spelling. Ook voor hen blijkt Wetenswaardig iets om naar uit te kijken. Want we hebben het over interessante onderwerpen, je mag overleggen met je schoudermaatje en soms vertelt de leraar een spannend verhaal. Ook zij gaan ‘aan’ tijdens de les. Daar geniet ik elke keer weer van.’ Ook uit de woorden van de leerlingen blijkt dat ze uitkijken naar Wetenswaardig. ‘Wanneer de kinderen na de pauze terugkomen en zien dat we in de middag alleen nog Wetenswaardig en knutselen op het programma hebben staan, merk ik hun enthousiasme direct: “Yes, we gaan alleen nog maar leuke dingen doen vanmiddag!” Dan weet je dat het goed zit.

Aan het einde van de dag vraag ik altijd: “Wat vond je vandaag het leukst of interessantst?” Meestal noemen ze dan iets uit de les van Wetenswaardig, en dat is echt leuk om te horen. Ik moedig ze ook altijd aan om er thuis iets over te delen. De volgende dag vertellen ze soms dat de nieuwe kennis uit Wetenswaardig voor hun ouders ook nieuw was. Die leren thuis dus lekker mee.’

Thema komt tot leven

Doordat Loes zelf aan de methode heeft gewerkt, weet ze al erg goed wat er in alle thema’s staat. ‘Als je net met Wetenswaardig start, is het handig om je van tevoren een beetje in te lezen in het thema. Begin sowieso met de handleiding, dan kom je niet voor verrassingen te staan.’ Daarnaast denkt Loes dat het ook goed is om documentaires te bekijken en artikelen te lezen, als je zelf nog niet zo veel van het onderwerp afweet. ‘Zo krijg je meer grip op de leerstof en kun je de kennis beter overdragen. Ik denk dat je als leraar zelf je klas het beste kent, dus pas de les ook aan wanneer dat nodig is. Ook bij Wetenswaardig is het belangrijk om geen slaaf van de methode te worden.’

Om het thema waar de klas mee bezig is nog meer te laten leven, heeft Loes nog meer leuke extra’s bedacht. Zo heeft ze bijvoorbeeld een kennismuur, waar kaarten met belangrijke concepten aan toegevoegd worden. ‘Dat is ook handig om tussendoor te controleren of leerlingen de concepten goed kennen.’ De knutsellessen probeert ze ook te koppelen aan het thema. ‘Bij het thema over jagers en boeren hebben we bijvoorbeeld grotschilderingen gemaakt en zelf potjes gemaakt van klei.’ Daarnaast lezen ze een samenleesboek dat bij het thema past. ‘Ik denk dat je het thema ook meer tot leven kunt laten komen door in te spelen op de omgeving van de school. Staat je school in de buurt van een hunebed? Ga daar dan vooral naartoe tijdens zo’n thema.’

Loes is trots op Wetenswaardig en blij dat ze er les mee kan geven. ‘Wat heel goed werkt aan de methode is dat we leerlingen serieus nemen. In plaats van dat ze bij wereldoriëntatie een kort simpel tekstje krijgen en daarna lijntjes moeten trekken, leren ze bij Wetenswaardig echt iets. Bij andere methodes raak je de slimmere leerlingen kwijt, terwijl je ze met Wetenswaardig serieus neemt. Dat voelen leerlingen ook, en daardoor doen ze beter hun best. De bezieling is terug in het onderwijs rondom wereldoriëntatie. En dat heb ik erg gemist.’

Loes de Smet is lesauteur van Wetenswaardig. Dit combineert ze met haar werk als leraar van groep 4 op Het Open Venster.